Voornaam
populariteitslijsten
english
-bod-
populariteit
verspreiding
-bod-
Germaanse naamstam, die we vinden in Ndl. bode, gebod, gebieden, bij een Indogerm. wortel *bheudh; Got. (ana)biudan `bevelen'; Oudhoogduits biotan, Middelhoogduits bieten `aanbieden, aanreiken, gebieden'; Oudhoogduits boto, Oudsaksisch bodo `bode, ontbieder, gebieder'; Oudfries blada `gebieden, aanbieden, geloven, wensen', Nieuwfries biede, Oudfries bod `gebod, aanbod, bekendmaking', Nieuwfries boade `gebod'; Oudsaksisch biodan `aanbieden'; Angelsaksisch beodan `aanzeggen, aanbieden', boda `boodschapper', `heraut'; Oudnoors bjôtha `bieden, ontbieden, opdragen'. In namen waarschijnlijk met de betekenis `gebieder'. Van een Indogerm. wortel *bhudh, budh, met de grondbetekenis `wakker, levendig zijn'. Verwant buiten het Germ.: Oudindisch bodhati `neemt waar, bemerkt, Gri. peuthomai `ik neem waar, verneem', Oudslavisch budeti `waken', Iers buide `dank'. De grondbetekenis van het werkwoord is ongeveer `wakker zijn, levendig zijn' en vandaar: `openstaan voor zijn omgeving', `zijn wil of wens kenbaar maken', `mededelen', `aanbieden', `gebieden'.
Naar het overzicht van de naamstammen