-win-
-win-
Germaanse naamstam met de betekenis `vriend'. In persoonsnamen vanaf de 5e eeuw aan te tonen. Got. -win (persoonsnaam Batwin); Oudhoogduits wini, Middelhoogduits wine; Oudsaksisch wini; Oudfries en Angelsaksisch wine; Oudnoors vinr. Van een Indogerm. stam *weni-. Verwant is Oudindisch vánati `wenst, bemint'. Waarschijnlijk is er ook een verband met Ndl. winnen. In sommige gevallen is ook mogelijk: *Winith-, *Winid-, de volksnaam Venedi, Venethi (bij Plinius en Tacitus), de `Wenden', Slav. volkeren; Oudsaksisch winidh-.
Naar het overzicht van de naamstammen