adel-
adel-
Germaanse naamstam met de betekenis `adel'; Germ. *athala; Oudhoogduits adal, Middelhoogduits adel, Ndl. adel, (waarschijnlijk uit het Du.); Oudsaksisch athali, Angelsaksisch aethelu; als eerste lid in Germ. persoonsnamen zeer oud en daardoor algemeen Germ. Het is waarschijnlijk een afleiding van een stam *ath- `goed' en de oorspr. betekenis is `voornaam geslacht'. Al vroeg (in het Oudsaksisch in de 12e eeuw) werd dit element verkort tot al- (vgl. Albert), waardoor het vermoedelijk samenviel met al(a)- `al', alf- `elf', of met alh- `tempel'; edel, uit *athilja is een afleiding van adel. Verwant als naamelement is ath-, ad- en od-, odel-.
Naar het overzicht van de naamstammen