ask-
ask-
Germaanse naamstam met de betekenis `es' (boom) en vandaar `speer van essehout'. De naam van de boom, het hout, ging dus over op het produkt dat ervan vervaardigd werd. Vgl. in het Middelnederduits asch, esch `vat, vaatwerk, doos'; het Angelsaksisch aesc `speer, boot'. Ask-, es-: Germ. *askiz; Oudhoogduits asc, Middelhoogduits asch; Oudsaksisch ask-; Middelnederlands esce; Angelsaksisch aesc; Oudnoors askr. Verwant buiten het Germ.: Lat. ornus, uit osenos, `(pluim)es', Oudslavisch jasenu. Vgl. de benaming voor Vikingen in oude Du. kronieken: Ascomanni `esmannen', waarschijnlijk naar hun schepen van essehout.
Naar het overzicht van de naamstammen