dank-
dank-
Germaanse naamstam, de oorspr. betekenis is `het denken', vandaar `gedachte, wil, zin, dank, loon, lof' (vgl. tegen wil en dank). Got. *thagk; Oudhoogduits danc, Middelhoogduits dank; Middelnederlands danc `gedachte, mening, zin, wil, loon, vergelding, prijs, roem'; Oudsaksisch thank; Oudfries thank, thonk, Nieuwfries tank; Angelsaksisch thanc. In persoonsnamen vermoedelijk in de oude betekenis `het denken, geest'; vgl. hug-.
Naar het overzicht van de naamstammen