degen-
degen-
Germaanse naamstam met de betekenis `held', Germ. *thegna `kind, jongen'; Oudhoogduits degan `knaap, dienaar, jonge strijder, held'; Middelhoogduits degen `held'; Middelnederlands dêghen, dein `knaap, koningszoon, ridder, held'; Oudsaksisch thegan `man, dienstman'; Angelsaksisch thegen, thegn `dienaar, man uit het gevolg, soldaat, edelman' vgl. thegenboren `van edele afkomst', Eng. thane `leenman, baron'; Oudnoors thegn `held'. In namen dus waarschijnlijk in de betekenis `held, strijder'. Verwant met Indogerm. stam *teq- `voortbrengen', vgl. Oudindisch tákma `afstammeling', Gri. tiktein `baren', teknon `kind'. De betekenis `kind' is dus ook in het Germ. waarschijnlijk de oudste.
Naar het overzicht van de naamstammen