diet-
diet-
Germaanse naamstam met de betekenis `volk'. Het is een van de meest gebruikte naamstammen. Germ. *theudô; Got. thiuda; Oudhoogduits diot(a), Middelhoogduits diet; Middelnederlands diet `volk' (ook `krijgsvolk'); Oudsaksisch thiod(a); Oudfries thiad(e); Angelsaksisch thêod `natie, geslacht'; Oudnoors thjódh. Van Indogerm. *teuto-, buiten het Germ. terug te vinden in de Gri. persoonsnaam Teutamides, Gall. Toutorix (vgl. Diet-rijk), Iers túath `volk, stam' en Lit. tauta `volk'. Als afgeleid bijv. nw. nog in Duits, Diets, met de oorspr. betekenis `in de taal van het volk'; West-Frank. *theudisk; Middelnederlands dietsc, duutsc; Oudhoogduits diutisc; De. en Zwe. tysk; Eng. Dutch, het laatste in de oude betekenis Diets, Nederlands. Vgl. ook: iemand iets diets maken `iemand iets wijsmaken', nl. in de volkstaal, zodat hij het verstaat; daarna ironisch bedoeld.
Naar het overzicht van de naamstammen