Voornaam
populariteitslijsten
english
macht-
populariteit
verspreiding
macht-
Germaanse naamstam met de betekenis `macht, kracht', bij mogen `kunnen' (vgl. megin-). Uit Germ. *mahti, werkw. *magan; Got. maths, magan; Oudhoogduits maht, magan, mugan; Middelnederlands macht(e), mogen, dit betekent `krachtig zijn, vermogen, kunnen'; Oudsaksisch maht, mugan; Oudfries macht, mecht, muga (3e p. enkv. mei); Angelsaksisch meaht, miht, magan; Oudnoors mâttr, mega, má `kan'. Van een Indogerm. wortel *magh-. Vgl. buiten het Germ.: Gri. mèchos `hulpmiddel', machè `strijd', mèchanè `middel, werktuig' (hiervan Ndl. mechanisch, Lat. machina, dat ook weer in het Ndl. overgenomen werd), Oudslav. maga `ik kan, vermag'.
Naar het overzicht van de naamstammen