ol-
ol-
Germaanse naamstam, waarschijnlijk een uitbreiding van od- met de betekenis `stamgoed, grondbezit, woonplaats, vaderland'. Het woord adel is hiermee verwant, Oudhoogduits uodil, uodal; Oudsaksisch ôdhil; Angelsaksisch ôthel, êthel `streek, geboorteland'; Oudnoors ôdhal `erfgrond, vaderland'.
Naar het overzicht van de naamstammen