roe-
roe-
Germaanse naamstam met de betekenis `roem'. In namen vanaf de 5e eeuw aan te tonen. Van een Germ. wortel hrô-; vgl. Got. hrôtheigs `roemvol, zegerijk'; Oudhoogduits hrôd-, (h)ruod-, alleen in namen, evenals: Oudsaksisch (h)rôdh-; Angelsaksisch hrêth `zege, roem'; Oudnoors hrôdhr `zege, roem, lof', hrôdhugr `roemvol'. Van een Indogerm. basis *karâ-, krâ-, bij een wortel *kar `prijzen'. Verwant buiten het Germ.: Oudindisch kâru- `lofzanger, dichter', Gri. kèrux `heraut'.
Naar het overzicht van de naamstammen