Aegidius
ook
AEgidius
Verklaring
De naam Aegidius hangt volgens sommigen samen met Griekse aigis 'geitevel', later vereenzelvigd met het schild van Zeus (vergelijk ook Grieks aigidion 'geitje'). Anderen zien er een vóór-Griekse wortel in, waarvan de betekenis duister is. De naam was al vrij vroeg in de Middeleeuwen populair onder invloed van de heilige Aegidius (gestorven tussen 721 en 725). Hij was kluizenaar in de Provence en abt van een door hem gesticht klooster. Bij het klooster ontstond later de naar hem genoemde stad St.-Gilles. Zijn graf was vanouds een bekende bedevaartplaats. Hij is een van de noodhelpers; kerkelijke feestdag: 1 september. Socin: Gilius (Italië) 1186; Egidius Rheinland 764; Littger 195: kan nog 'Angleichung' zijn aan een Germaanse naam met agi- en thiwa, verlatijnst tot -theus, -deus. Vlaanderen 12e eeuw (Leys), Noord-Nederland 1186. Oud vrouwelijk voorbeeld van de naam: vrouw Gillis van der Lecke, vrouwe van Cralinghen 1502. Zie ook Gillis en Jilles.