Eusebius
Verklaring
Grieks 'eerbiedig, vroom', vergelijk Latijns Pius. De naam kwam in de vroege christentijd vrij veel voor, bijvoorbeeld Eusebius, bisschop van Cesarea (omstreeks 313), geboren omstreeks 263 in Palestina. Hij was een zeer geleerd kerkvader; Eusebius van Emesa was een leerling van hem. Voorts: Eusebius van Nicomedia, Grieks bisschop, hij doopte in 337 keizer Constantijn. Heiligen onder meer: 1) Eusebius, paus (308); kerkelijke feestdag: 26 september; 2) Eusebius, eerste bisschop van Vercelli in 340; gestorven 371; kerkelijke feestdag: 16 december.; 3) Eusebius van Cremona, leerling en vriend van St.-Hieronymus, gestorven omstreeks 423; kerkelijke feestdag: 5 maart. In de loop van de 16e eeuw kwam de naam hier in gebruik als doopnaam. Een bekende drager van de naam was Johannes Eusebius Voet (1706-1778), geneesheer in Den Haag, stichtelijk dichter. Hij gaf in 1736 een 'Proeve eener nieuwe berijming van het boek der Psalmen' uit.