Geertruida
ook
geertruida
Verklaring
Tweestammige Germaanse naam waaraan moeilijk een scherp omlijnde betekenis te hechten is: het eerste deel, Ger-, betekent 'speer' (zie -ger-), het tweede deel kan verwant zijn met Duits Drude 'tovenares'. Daarmee is er ook verband met de naam van een Walkure, een van de godinnen van het slagveld en de overwinning. In dit geval is de oorspronkelijk betekenis 'kracht' mogelijk. Ook kunnen we voor het tweede lid denken aan Duits traut 'geliefd', uit Oudhoogduits trut, Middelnederlands druut (zie -trud). Reeds in de Middeleeuwen is het een zeer populaire naam in West-Europa, vooral door de heilige Gertrudis, geboren in 626 als dochter van Pippijn van Landen. Zij stond bekend om haar grote Bijbelkennis. In 652 werd zij abdis van Nijvel in Waals, Brabant; gestorven 659; kerkelijke feestdag: 17 maart. Vanuit de zuidelijke Nederlanden verbreidde de populariteit van deze heilige zich. In de periode waarin er nauwe handelsbetrekkingen tussen Vlaanderen en Engeland bestonden, kwam de naam ook naar Engeland. Voordat men op reis ging, dronk men elkaar St.-Geerteminne toe voor een behouden terugkeer (vergelijk Melis Stoke in zijn 'Rijmkroniek': "Hi seide: hier inne / salic u Sinte Gherde minne geven, / eer wi hene riden". Zie over Geertruida ook: J. A. Huisman in Meded. Naamk. XXXIV (1958), 135 en volgende.