Godfried
Verklaring
Tweestammige Germaanse naam, ongeveer met de betekenis 'de onder de vrede, de bescherming van (de) god(heid) levende'. Uit God- 'god' (zie god-) en -fried 'vrede bescherming' (zie -fred-). Heilige: Godfried, bisschop van Amièns, geboren omstreeks 1066, in 1104 in Reims tot bisschop gewijd; gestorven 1115; kerkelijke feestdag: 7/14 november. De naam kwam veel voor bij de hertogen van Lotharingen: Godfried van Boullion, in 1089 hertog van Neder-Lotharingen; vergelijk ook Godfried van Straatsburg (gestorven vóór 1220), de bekende Middeleeuwse hoofse dichter. In Zeeland in de 14e eeuw aangetoffen in de vorm Juffreyt (vergelijk Geoffroy). Tilburg 16e-18e eeuw: Goyaert, Goyerd, Goyart, Goyaerdt (vergelijk Govaart en Goverd).