Gratia
ook
GrĂ¢tia
Verklaring
Lat. gratia 'bevalligheid, bekoorlijkheid'. Vgl. de Gratiën (Gri. Charites; zie ook Charis), de drie dochters van Zeus en Eurynome: Euphrosyne, Aglaia en Thalia. Als voornaam vermoedelijk afgeleid van de begripsnaam. In Engeland en daarna de VS kwam hij op naast begripsnamen als Faith, Hope en Charity (vergelijk Grace). Zie ook Gratiana en Gratianus. Gratia, Amsterdam 1732 (Gens. N. XXI, 324).