Slavische naam met de betekenis '(door) heersen (vol) roem'. Ladislaus is de verlatijnste vorm. Ladislaus I de Heilige, zoon van Bela I, koning van Hongarije en Kroatië, werd geboren omstreeks 1040 en was koning van 1077-1095. Hij werd beschouwd als een nationale held, aangezien hij met succes verschillende vijanden bestreed. In zijn rijk was hij de grondvester van het christelijke staatswezen; gestorven 1095; kerkelijke feestdag: 27 juni. De naam werd gedragen door een aantal koningen van Hongarije en Polen. De Latijnse vorm verbreidde zich ook enigszins naar het Westen. Reeds een voorbeeld in Geel 1842: Karel Ladislas Le Bon (Vlaamse Stam II, 316).