Maximiliaan
ook
MaxĂmiliaan
Verklaring
Van Lat. maximus 'de grootste' en uitbreidingen van dat woord. Maximus werd een naam via de Latijnse eretitel voor succesvolle legeraanvoerders, bijvoorbeeld Ouintus Fabius Maximus. In verschillende vormen heiligennaam: 1) Maximilianus, martelaar in Theveste in Numidië; gestorven 295; kerkelijke feestdag: 12 maart; 2) Maximilianus van Antiochië, Romeins soldaat, martelaar in 362-363; kerkelijke feestdag: 21 augustus; 3) Maximiliaan van Celeia (Cilli), in het noorden van voormalig Joegoslavië, waarschijnlijk apostel van Oostenrijk ten zuiden van de Donau (Noricum). Patroon van Linz en Passau; kerkelijke feestdag: 12 oktober. Passau werd vermoedelijk het uitgangspunt van het gebruik van de naam in Oostenrijkse en Duitse vorstenhuizen en daarmee van de populariteit van de naam in Duitsland; 4) Maximinus, eerste eeuw na Christus. Volgens de legende predikte hij in de Provence het christendom. Hij zou eerste bisschop van Aix geworden zijn. Naar hem werd het plaatsje St.-Maximin, bij Marseille, genoemd. Kerkelijke feestdag: 8 juni; 5) Maximinus, omstreeks 332 bisschop van Trier. In 353 begraven in de kerk die later naar hem genoemd werd; kerkelijke feestdag 29 mei. Schutspatroon van Trier; 6) Maximus, Italiaans martelaar uit onbekende tijd, vooral in Zuid-Italië vereerd; kerkelijke feestdag: 20 oktober; 7) Maximus, bisschop van Jeruzalem, 4e eeuw; kerkelijke feestdag: 5 mei; 8) Maximus, bisschop van Turijn, geboren omstreeks 380, gestorven omstreeks 485; kerkelijke feestdag: 25 juni; 9) Maximus, bisschop van Reji, 5e eeuw; kerkelijke feestdag: 27 november; 10) Maximus (Frans Mexme, Mesme), abt in Chinon. Eerst kluizenaar, later priester en stichter van het klooster Chinon bij Tours; gestorven omstreeks 470; kerkelijke feestdag: 20 augustus; 11) Maximus Contessor, geboren omstreeks 580 in Constantinopel, een van de belangrijkste theologen uit de 7e eeuw. Kerkelijke feestdag: 13 augustus. Uit het bovenstaande blijkt dat de naam Maximilianus al vroeg bestond, maar volgens een verhaal zou hij gevormd zijn door Frederik III, die niet wist hoe hij zijn zoon moest noemen en daarom maar een naam samenstelde uit die van twee door hem bewonderde Romeinen: Q. Fabius Maximus en Scipio Aemilianus. Anderen vertellen dat de heilige Maximilianus hem in zijn droom verscheen en hem beval de zoon zijn naam te geven. Hoe dan ook, de naam heeft zich vooral vanuit Oostenrijk verbreid, zoals hierboven reeds gezegd is. Bij Socin: Maximianus de Baumgarten 1196; later de vormen met l: Maximiliaan van Bourgondië 1479; Maximiliaan van Egmond, generaal van Karel V, graaf van Buren en Leerdam, heer van IJsselstein enzovoort, in 1540 stadhouder van Friesland (zijn grootvader werd in 1492 door keizer Maximiliaan verheven tot graaf van Buren en Leerdam (Dek, E. 65v.)). Pas sinds het eind van de 16e eeuw drong de naam ook in andere kringen door.