Lat. modestus 'bescheiden, gehoorzaam, eerbaar, gematigd' (vergelijk het Latijnse werkwoord moderor 'ik matig'). Reeds in de Romeinse tijd als naam gebruikt: Herennius Modestinus, een jurist in de tijd van Alexander Severus, omstreeks 240. Heiligennaam: 1) Modestus, martelaar, vermoedelijk in de tijd van Diocletianus (omstreeks 304); kerkelijke feestdag: 15 juni; 2) Modestus, diaken en martelaar op Sardinië in 303; kerkelijke feestdag: 12 februari; 3) Modestus, bisschop van Trier, gestorven 486 (?); kerkelijke feestdag: 25 februari; 4) Modestus, apostel van Karinthië, vermoedelijk van afkomst een Ier, gestorven 772 (?), kerkelijke feestdag: 5 februari. Vooral vereerd in Maria-Saal, waar hij een kerk stichtte. De naam komt vooral in België voor.