Verklaring
Van Hebreeuws sjoesjanah 'lelie', vergelijk de naam van de burcht Susa(n), enkele malen vermeld in het Oude Testament (Nehemia 1, 1; Esther 1,2; Daniël 8,2), de residentie van de Perzische koningen ('stad der leliën'?). In Lucas 8,3 is Susanna de naam van een vrouw die Christus met haar bezittingen dient. Verder bestaat er de geschiedenis van Susanna en Daniël, een toevoeging aan het boek Daniël (vergelijk Händels oratorium 'Susanna'). Heiligennaam: Susanna, Romeins martelares uit onbekende tijd. Kerkelijke feestdag: 11 augustus. Een Armeense martelares Susanna (Susanik) stierf in 482 à '84; kerkelijke feestdag: 13 december. De naam kwam al vroeg voor in deze streken; in het Rheinland in de 12e eeuw (Littger ziet eventueel nog Germaanse invloed); vergelijk Förstemann 1379. In Vlaanderen: Susanna, weduwe van Arnulf II van Vlaanderen, vermeld in 988 (Mansion 12). Zij kwam uit Italië en heette ook wel Rozala. Pas in de 15e/16e eeuw werd de naam populairder: Zan = Suzanna, Den Bosch vóór 1462; Susanna de Lannooy, geboren Middelburg 1577 (Ned. L. 1955, 139); Suzanna de Croock, Brugge 1583 (Schouteet 42); Sanna, Susanna Pietersdr. Diephorst, Gouda 1595 (Ned. L. 1959, 41) enzovoort. In de 17e eeuw frequenter, vooral bij Hervormden.