Vitalis
Verklaring
Van Lat. vitalis 'tot het leven behorend, levenskracht in zich hebbend, levenskrachtig' (vergelijk vitaal). Heiligennaam: 1) Vitalis en Agricola waren martelaars uit de vroege christentijd in Bologna; feestdagen: 28 april en 4 november; 2) Vitalis, tweede bisschop van Salzburg, gestorven omstreeks 730; kerkelijke feestdag: 20 oktober. Hij is schutspatroon bij de geboorte van kinderen, vandaar dat de naam wel eens gegeven werd als het twijfelachtig was of het kind in leven zou blijven; 3) Vitalis, Viau, Viaud, volgens de legende een Engelse kluizenaar in Bretagne; kerkelijke feestdag: 16 oktober. Hoewel de naam reeds in 929 bij Socin vermeld wordt, is hij in ons taalgebied niet vóór de 19e eeuw aan te treffen.