alexander
Verklaring
Gri. 'de afweerder der mannen, de beschermer'. Mogelijk echter oorspronkelijk een Hettitische naam: koning Alaksandus, omstreeks 1300 voor Christus, door volksetymologie later vervormd tot Gri. Alexandros. Vooral bekend door Alexander (III) de Grote, de Macedoniër. In de Middeleeuwen is de naam gepopulariseerd door de zogenaamd Alexanderromans (vergelijk de term alexandrijnen, zesvoetige jambische verzen). Ook in het Nieuwe Testament komt de naam verscheidene malen voor: Alexander en Rufus, zonen van Simon van Cyrene (Marcus 15,21); Alexander, 'van het geslacht van de hogepriester' (Handelingen 4,6); Alexander, een jood in Efese (Handelingen 19,33 en volgende). Heiligennaam onder meer: 1) Alexander, in de 4e eeuw patriarch van Alexandrië, omstreeks 328; kerkelijke feestdag: 26 februari; 2) Alexander I, paus van omstreeks 105 tot omstreeks 125; kerkelijke feestdag: 3 mei. De naam kwam al vroeg in gebruik: Rheinland 1054 (Littger); Alexander, bisschop van Luik, 1128-1135; West-Vlaanderen 12e eeuw; Holland: 1181. Ook in keizerlijke en koninklijke geslachten was Alexander een geliefde naam, onder andere van Rusland en de Middeleeuwse koningen van Schotland: Alexander I, gestorven 1124 .