Verklaring
Latijnse naam waarvan de betekenis niet bekend is. Hij werd reeds gedragen door een bekend Romeins geslacht, bijvoorbeeld Marcus Antonius. Mede door de Kruistochten werd de naam in het westen populair door: 1) St.-Antonius, de befaamde Egyptische asceet in de woestijn, beschouwd als de grondlegger van het monnikenwezen; gestorven 356; kerkelijke feestdag: 17 januari. Zijn verering werd in het Westen vooral verbreid door de orde van de antonieten (1095), stichters van hospitalen; hij is schutspatroon van Italië en patroon tegen besmettelijke ziekten (vergelijk st.-antoniusvuur). 2) St.-Antonius van Padua (1195-1231), een groot redenaar (over hem gaat de legende van St.-Antonius die voor de vissen predikte) en kerkleraar, vooral patroon voor het terugvinden van verloren zaken ('Sint Antonis beste vrind, maak dat ik mijn ... weer vindt'); kerkelijke feestdag: 13 juni. Bij Socin niet vóór 1240; Rheinland: 1115 (Littger); Antonius, kanunnik in Deventer 1195 (Gysseling); Tonys, Dordrecht 1284 (SRD). Vr. vormen: Toentyen, Dordrecht 1498; Toenken, Dordrecht 1543; Antoinette, Antwerpen 1584 (Ned. L. 1985, 347); Tonijntje, Leiden 1607; Anthonette, Den Haag 1622. St.-Antonius, St.-Teunis (17 januari) 'brengt ijs of dooi'.