Verklaring
Uit Jehudith. De betekenis van deze Hebreeuwse naam is waarschijnlijk 'vrouw uit Judea', vergelijk Jehudi. De naam komt weliswaar in het Oude Testament voor als die van de vrouw van Esau (Genesis 26, 34), maar zijn grote populariteit kreeg hij (reeds in de Middeleeuwen) door het bij protestanten apocrief genoemde boek Judit. Dit is een van de bekendste van deze categorie boeken. Het vertelt hoe de stad Bethulië werd belegerd door de Assyriërs. Judith ging naar het kamp van Holofernes, de aanvoerder, die door haar schoonheid bekoord werd. Aan de maaltijd dronk Holofernes veel en toen Judith met hem alleen gelaten werd, sloeg zij hem in zijn slaap het hoofd af. Zij nam het mee naar de stad en de inwoners deden daarop een moedige uitval en verdreven de vijand. Door deze geschiedenis is de naam in de vroege tijd van het christendom hier populair geworden; ook in vorstelijke en adellijke geslachten was hij zeer geliefd. De vrouw van Lodewijk de Vrome heette bijvoorbeeld Judith. Verder kwam hij sinds de 9e eeuw voor in het huis der Welfen. Ook een dochter van Karel de Kale droeg deze naam. Zij huwde met Æthelwulf, koning van Wessex, waardoor de naam zich ook over Engeland verbreidde. Hij werd daar verward met een Angelsaksische (Germaanse) naam Jutta 'strijd'. Het is trouwens de vraag of oude vormen als Jutte niet teruggaan op een Germaanse naam, waaraan Judith later 'angelehnt' is. Vgl. Förstemann & Kaufmann (1968): zij vergelijken Eutha met Oudnoors ioth/jod 'kind, nakomeling'. Jutte zou dan uit Eutha- zijn, met een vleisuffix -itta (Judhita, Judheta: Juttha: Jutta/Judith). De Middelnederlandse vorm van de naam was ook Jutte. Hoewel hij buitengewoon populair was, bestond er geen bekende heilige die zo heette, vandaar de uitdrukking 'met St.-Juttemis' in de betekenis van 'nooit'.