Verklaring
Latijnse naam. Het is een vleivorm van Marcus. Reeds bij de Romeinen bestond een familie der Marcelli: bijvoorbeeld Marcus Claudius Marcellus (generaal tijdens de tweede Punische Oorlog in de 3e eeuw voor Christus). Het was ook de naam van een neef van keizer Augustus. Er zijn verscheidene heiligen van deze naam: 1) Marcellus, waarschijnlijk apostel van de streek Chalon-sur-Saône; gestorven 178 (onzeker); kerkelijke feestdag: 4 september; 2) Marcellus van Tanger (Tingis), volgens de overlevering een Romeinse centurio, waarschijnlijk gestorven in 298; kerkelijke feestdag: 30 oktober; 3) Marcellus I, paus van 307-309; eerste paus na de vervolgingen onder Diocletianus; kerkelijke feestdag; 16 januari; 4) Marcellus, op Cyprus geboren omstreeks 375 monnik, na 381 bisschop van Apamea (aan de Orontes), martelaar; gestorven 369; kerkelijke feestdag: 14 augustus; 5) Marcellus, bisschop van Parijs; gestorven 390 (of pas in 436?); kerkelijke feestdag: 1 november; 6) Marcellus bisschop van Die, 463-510; kerkelijke feestdag: 17 januari, 9 april; 7) Marcellinus en Petrus, Romeinse martelaren tijdens Diocletianus; kerkelijke feestdag: 2 juni; 8) Marcellinus, paus van 296-304, dus tot de vervolgingen van Diocletianus; kerkelijke feestdag: 26 april. Zie ook Marcella en Marcellina. De naam Marcellus kwam al vrij vroeg voor: Rheinland 1043. Gezien het vroege voorkomen denkt Littger (192) aan Latijnse aanpassing aan de Germaanse vleivorm van een naam met Mark-. In de 12e eeuw is hij aan te treffen onder de christelijke namen in West-Vlaanderen (Leys, Substitution 7). Gent 1295: Cille(man) = Marcillus (Brabant pn. 19). Den Bosch 14/15e eeuw: Ceel, Seel, Seelken, Zeelken, Silleken. Amsterdam 1353: Celekinus. Sillis = Marselus, Haarlem 1588 (Ned. L. 1956, 309).