Walburg
Verklaring
Tweestammige Germaanse naam. Aangezien d tussen consonanten vaak uitvalt, is zowel Wal- 'Waal' als Wald- 'heersen' als eerste stam mogelijk (zie wal- en -wald-). Vooral bij vrouwennamen met wal-, zoals Walburg, is er voor het eerste lid nog een andere mogelijkheid; vergelijk daarvoor Duits Walstatt, Oudhoogduits wal 'slagveld', Oudnoors valr 'de lijken op het slagveld', Angelsaksisch wael 'idem', Germaanse *wala 'dood'. Dezelfde stam vinden we terug in de benaming Walkuren (Oudnoors valkyrja), de goddelijke jonkvrouwen die de doden kiezen op het slagveld en de helden op bevel van Odin naar het Walhalla brengen. Daarom is deze laatste betekenis van Wal- bij vrouwelijke namen waarschijnlijk: de Walkuren waren het ideaalbeeld van de Germaanse vrouw, die ook mee ten strijde trok om de mannen aan te vuren, bij te staan en eventueel tegen te houden (vergelijk Tacitus 'Germania'). Het tweede lid is -burg, 'burg, bescherming' (zie -burg-). Daarmee betekent de naam ongeveer 'beschermster op het slagveld'. Hij schijnt zeer oud te zijn: hij wordt reeds in de 3e eeuw vermeld op een Griekse scherf, gevonden bij Assoean. Gedurende de gehele Middeleeuwen was Walburg zeer populair door de heilige Waldburga (Waldburgis, Walburg, Walpurgis), dochter van de Angelsaksisch koning Richard en zus van de heilige Willibald en Wunibald; geboren omstreeks 710. In 761 werd zij abdis van het klooster Heidenheim. Gestorven 779; kerkelijke feestdag: 25 februari (en 1 mei). Haar relikwieën werden overgebracht naar de naar haar genoemde kerk in Eichstatt en ten dele ook naar Veurne (dat daardoor het uitgangspunt werd van de verering en de verbreiding van de naam in Zuid-Nederland en Noord-Frankrijk). In Arnhem, Groningen, Tiel en Zutphen zijn kerken aan haar gewijd. Zie over de verbinding van St.-Walburg en heidense elementen bij Huisman 1958, 134 en aangehaalde literatuur. Zie ook: Jef Notermans, 'De heilige Walburga of Walburgis', in: De Geulbode, Meerssen, maart 1963.