Wilhelm
ook
wilhelm
Verklaring
Tweestammige Germaanse naam uit Wil- 'wil' (zie wil-) en 'helm', met de oorspronkelijk betekenis 'bedekker, beschermer' (zie -helm). De twee elementen geven dus samen geen zinvolle betekenis. Zie ook Giliam. Heiligennaam: 1) Willem van Aquitanië, een belangrijke figuur aan het hof van Karel de Grote. In 806 ging hij in het door hem gestichte klooster Gellone; hij is daar gestorven omstreeks 812; kerkelijke feestdag: 28 mei. In de Franse Middeleeuwse heldenepiek wordt hij een legendarische figuur. Ook in het werk van Wolfram von Eschenbach komt hij voor; 2) Wilhelmus Firmatus, geboren in Tours, kluizenaar op verschillende plaatsen, onder meer in Mantilly; gestorven omstreeks 1095; kerkelijke feestdag: 24 april; 3) Wilhelmus van Donjeon, geboren 1150, in 1200 aartsbisschop van Bourges; gestorven 1209; kerkelijke feestdag: 19 januari; 4) Wilhelmus van Æbelholt. Geb. omstreeks 1127 in Parijs. In 1165 abt van het klooster Eskilsó (in Denemarken) en na stichting van het klooster Æbelhoft in 1175 abt daarvan. Gestorven 1203 in Æbelholt; kerkelijke feestdag: 6 april; 5) Wilhelmus, bisschop van St.-Brieuc in 1220, gestorven 1234; kerkelijke feestdag: 29 juli. De naam Wilhelm was in de Middeleeuwen zeer populair, mede doordat hij in vorsten- en gravengeslachten voorkwam. Door Willem de Veroveraar kwam hij naar Engeland. Vr. vormen komen voor sinds de 14e eeuw: Willemette 1336 (BU 445); Kortrijk omstreeks 1400 (Debrabandere): Willemijnne, Wilgemine, Wilgemijnne, Wilgemijnkin. Holland 17e eeuw: Willemina, Willemtie; Monnikendam 1736: Wumpje (Gens Nostra XXIII, 41).