Met uiteenlopende varianten als Aibel, Ebbo en Eppe (mannelijk) en Ebbigje, Ebolina en Epkje (vrouwelijk). Verkortingen uit Germaans ever-namen (ever betekent 'ever', zie ever-); vergelijk Bach 118: Ebbo = Eberhardus, 1029. Ook is het mogelijk dat het tweestammige verkortingen zijn van adel-, edel-namen waarvan het tweede lid met een -b begon, vergelijk Stark 126: Eeb = Albert; Eabbe is volgens J.H. Brouwer (in Bunte Liuwe 10) uit Ædelburg (dat vrouwelijk was). Zie ook Abe en Ibe.