Gislenus
Verklaring
Vooral zuidelijke naam (met name in Zeeland). In het westen van Brabant komt de naam vooral in protestantse gezinnen voor (bijvoorbeeld in Standdaarbuiten). Vleivorm van een Germaanse naam met gisil- 'pijl' (zie echter gis- en gisel-, en Gijsbert). St.-Gislenus, apostel van Henegouwen, was volgens de traditie een Griek van geboorte. Hij stichtte een klooster in Ursidongue dat later St.-Ghislain werd genoemd; kerkelijke feestdag: 9 oktober. Uit de frequentie van de naam in het zuiden blijkt dat St.-Gislenus al vroeg grote populariteit genoot. Zijn graf in St.-Ghislain (Gislen) werd veel bezocht. De naam kwam in Nederland in gebruik in de 16e eeuw. In Kortrijk 1300-1350: Lein (Debrabandere). Eerste voorbeeld in Zeeland is uit 1517; Dordt 1582; Holland 1622; Oterleek, Noord-Holland 1593 (Van der Schaar). De Zaanse vorm werd Lijnst: Lijnst Teeuwisz. Rogge, eigenaar van de scheepswerf waar tsaar Peter de Grote timmeren leerde. De naam is nog in het geslacht Rogge in gebruik. Vroegere vrouwelijke vorm in Zeeland: Jelijntje (Leintje, Lijntje is ook wel Leentje in Zeeland).