Siburg
Verklaring
Voornamelijk Friese naam. Vroeger ook elders, vooral ook in Holland: 14e eeuw: Siburgh, Syburch, Ziburgh, Zyburch; Sybrig, Noord-Holland 18e eeuw. Tweestammige Germaanse naam, uit Sigi-, Sî- 'zege, overwinning' (zie sig-) en -burg 'burg, bescherming' (zie -burg-). Voor het eerste lid is eventueel Swith- mogelijk (zie Suitbert). De betekenis is ongeveer 'beschermster van de overwinning'.